Nederland verduurzaamt in rap tempo. Dit heeft forse effecten op de energiemarkt. Het idee was dat de elektraprijs fors omlaag zou gaan. De praktijk laat dit echter niet zien. Dat heeft een viertal redenen:
- Weer laat zich moeilijk voorspellen. Waarmee ook de voorspelling van de productie van duurzame energie vaak onnauwkeurig is. De afwijking is duur, hierdoor is de elektraprijs vooral in vroege ochtenduren en avonduren hoog.
- Afstappen van kolencentrales. Dit betekent dat er te weinig reservevermogen beschikbaar is. Als er een afwijking is, betekent dit daarom al snel hoge prijzen.
- Afname gascentrales. Centrales maken steeds minder uren per jaar, wat betekent dat ook diverse gascentrales gestopt zijn om financiële redenen
- Batterijen zijn kostbaar. Er zijn inmiddels technieken ontwikkeld die betaalbare grote capaciteiten mogelijk moet maken, echter de doorontwikkeling van deze techniek zal nog zeker 15 jaar op zich laten wachten.
Ook de seizoenen beïnvloeden de prijs. Vooral die uren waarin zon en wind samen kunnen vallen, kunnen prijzen fors omlaaggaan. Dit gebeurt vooral rond Q2, rondom de langste dag van het jaar. In deze perioden kunnen de middagen en weekenden zeer laag geprijsd zijn. Dit is het gevolg van een overmaat aan duurzame productiemiddelen in Duitsland, Nederland, en veel windcapaciteit in Engeland. Als Frankrijk veel kernenergie in onderhoud heeft, is er nog wat tegenwicht, maar als Frankrijk in balans is, blijft er veel productieoverschot.
Nederland is nog volop bezig verder te verduurzamen. De Nederlandse piek ligt op werkdagen rond de 17-22 GW. Onze duurzame capaciteit is inmiddels al rond de 17 GWh zonne- en windenergie. Jaarlijks groeit het aandeel zonne-energie met circa 40%, windenergie laat een vergelijkbare stijging zien, met name door windparken op zee te plaatsen.
De tuinder heeft hierdoor in een belangrijk deel van het jaar, in zijn CO2 productieperiode te maken met lage stroomprijzen. De WKK moet draaien om aan CO2 te komen. Levering van zuivere CO2 zit al jaren in een moeilijke fase. Te vaak te veel storingen juist in de groeiperiode van de gewassen. Daarnaast is het door subsidies voor de industrie interessanter om de CO2 ondergronds te stoppen dan deze te leveren aan de glastuinbouw.
De tuinder wil zekerheid op de beschikbaarheid van CO2 en is daarmee aangewezen op zijn WKK. De WKK is voor CO2 productie rendabel tot -35 €/MWh. In de middagen en weekenden kan de prijs zakken tot -90 €/MWh. Dit maakt dat er voor de WKK eigenlijk een andere afzetmarkt gezocht zou moeten worden.
Onze koppeling van de WKK met een MRC, geeft de tuinder de zekerheid voor een goede vergoeding voor zijn elektra, zodat betaalbare CO2 in beeld blijft. Daarnaast creëert hij 25 tot 40% emissie vrije warmte, wat tevens helpt in zijn duurzaamheid doelstellingen. Wel vraagt het een andere dimensionering van warmteproductiemiddelen:
- Kiezen voor de WKK bij minimale noodzakelijke CO2 productiecapaciteit
- De WKK en de MRC zijn samen dekkend voor de winter warmtecapaciteit
- Ondergrondse opslag van warmte. De duurzaamheid van dit model is te optimaliseren door middel van opslag in de ondergrond van de overproductie aan warmte in de zomer.